2006

Victory Boogie Woogie

Kunsttechnologisch onderzoek naar Victory Boogie Woogie voor het vergaren over de ontstaansgeschiedenis van de Victory Boogie Woogie (1944­), het laatste en onvoltooide schilderij van Piet Mondriaan.

Het Instituut Collectie Nederland (ICN) doet in samenwerking met het Gemeentemuseum Den Haag verschillende fases onderzoek naar het schilderij, de eerste openbare fase is van 4 t/m 8 september 2006, op zaal in het Gemeentemuseum.

De Victory Boogie Woogie wordt gezien als een goede case-study, die alle ingrediënten voor interessant onderzoek bevat: de kunstenaar gebruikte naast verf ook relatief onbekende materialen als lijm en plakband, hij hanteerde een bijzondere techniek (hij schraapte verf weg) en is het doek onvoltooid en niet gevernist. Nadat in het verleden de atelierpraktijken van Rembrandt en van Van Gogh onder de loep zijn genomen, wordt nu een icoon van de moderne kunst aan onderzoek onderworpen: de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan.

Met het eerste onderzoek willen de wetenschappers onder meer de ontstaansgeschiedenis van het doek in kaart brengen, waar nu nog te weinig over bekend is. Het is bekend dat Mondriaan tegen bezoekers een aantal maal heeft gezegd dat het werk af was, om vervolgens toch weer veranderingen aan te brengen. Voor een beter begrip van het werk is meer kennis over Mondriaans denk- en werkwijze dan ook cruciaal. Strijk lichtopnames, spectrale metingen en materiaalidentificatie. Strijk lichtopnames kunnen informatie geven over hoogteverschillen aan het oppervlak, met spectrale metingen kunnen mogelijk kleurvlakken gegroepeerd worden. Ook identificatie van de gebruikte materialen is belangrijk, waardoor kleurvlakken vergeleken kunnen worden. Wat opvalt bij de beschouwing van het werk op zaal is het suède-effect van bepaalde kleurvlakken: in veranderende lichtomstandigheden veranderen met name de witte en grijze vlakken van kleur. Het is bekend dat Mondriaan aan een tafel aan het doek werkte, men vraagt zich af of dit lichteffect bij hem bekend en misschien zo bedoeld was. Uiteindelijk willen de onderzoekers achterhalen hoe Mondriaan dit doek precies heeft opgezet. Een aantal zaken kan daarbij behulpzaam zijn, zoals schetsjes van alleen de rechten lijnen van Carmion van Wiegand uit 1944, het beginstadium van het werk, voordat Mondriaan de gekleurde vlakken aanbracht en de exacte kopie van Perle Fine uit 1946. Ook vergelijking met foto’s uit de tijd van ontstaan van het doek kan nieuwe inzichten opleveren. Het onderzoek in september zal een vooronderzoek zijn voor de tweede fase, die in het voorjaar van 2007 zal plaatsvinden. Het ICN en het museum proberen met behulp van infrarood- en röntgentechniek meer te weten te komen over de schilderspraktijk en de ontwikkeling van Mondriaan.

Bekijk meer: Documentaire